Ze komt uit een écht boerengezin, zegt Christine Govaert (55). Als akkerbouwer bewerkt ze het land waarop haar familie decennialang werkte, al heeft ze het bedrijf in Westdorpe niet in één keer overgenomen.
De tachtig hectare land is, nadat haar ouders stopten, eerst verpacht aan andere boeren. Later kwam haar zus op het idee de akkers weer zelf te gaan bewerken en de pachtcontracten te stoppen. Beetje bij beetje kwam er steeds meer land terug in handen van de familie Govaert. Sinds een jaar werkt Govaert nu zelf fulltime als akkerbouwer; tarwe, gerst, bruine bonen en frietaardappelen groeien op haar land.
‘Ik heb bijna medelijden met mensen die niet uit een boerenfamilie komen’, zegt Govaert. ‘In de zomer is het altijd feest, dan helpen alle boeren elkaar. Als kind noemde ik iedere boer in de omgeving oom en tante, pas later ontdekte ik dat zij geen familie waren.’
Waarom besloot u weg te gaan?
‘Eerst werd ik au-pair in Frankrijk, later deed ik de hotelschool in Maastricht en ging ik in Amsterdam wonen. Ik zag toen ik op de boerderij woonde allerlei nieuwe dingen op tv. Daar was zoveel te beleven, ik wilde die wereld ook weleens zien. Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze uit Zeeland te vertrekken. Maar toen we beetje bij beetje meer grond zelf gingen bewerken, ging ik ook daar de schoonheid weer van inzien. Op het land werken is gewoon ontzettend fijn. Ik verbouw frietaardappelen en als je die schilt en klaarmaakt… er is gewoon geen betere friet.’
U kent Amsterdam goed, Zeeland ook. Is er een kloof tussen stad en platteland?
‘Nee, wel tussen Den Haag en het platteland. Als ik in gesprek ga met mensen over mijn werk als boer, ontstaan er altijd goede gesprekken. Mensen weten simpelweg niet meer wat ons werk inhoudt. Dat ligt ook aan de boeren zelf, we hebben lang te weinig verteld over waar we mee bezig zijn. De kloof zie ik overigens niet alleen tussen Den Haag en de boeren, veel mensen voelen dat ze niet serieus worden genomen door de overheid en dat is hemeltergend.’
Waarin merkt u dat u niet serieus wordt genomen?
‘Voor 15 mei moet je als boer aangeven welke gewassen je verbouwt. Vroeger heette dat de meitelling, nu de Gecombineerde Opgave. Sinds 2023 is dat systeem op de schop gegaan, er is nu basispremie en eco-regelingen. Iedere boer zou dit zelf in moeten kunnen invullen, was de verwachting. Nu blijkt dat het zó ingewikkeld is gemaakt dat er uitstel tot 15 juni is om de Gecombineerde Opgave in te leveren. We hebben te maken met een overheid die burgers niet vertrouwt en alles wil controleren, daarom is het allemaal zo ingewikkeld geworden.’
Waarom bent u lid geworden van BBB?
‘Ik vroeg mij af wie er voor mij opkomt, voor de boeren. Ik wil niet dat er over mensen heen wordt gewalst, alsof ze niet bestaan. Uiteindelijk had ik geen andere keuze dan politiek actief te worden, nog vier jaar ergeren aan beleid en niets kunnen doen, dat wilde ik niet. Op de website zag ik dat de Provinciale Statenverkiezingen eraan kwamen. Ik schreef mij in voor een gesprek bij BBB en twee dagen later zat ik in Terneuzen, voor een oriëntatiegesprek. Dat beviel erg goed, het is geweldig om gelijkgestemden te kunnen spreken. Ik was meer dan dertig jaar uit Zeeland, dus de hernieuwde kennismakingen maakte het voor mij extra leuk.’
De BBB wordt snel gelinkt aan stikstof. Hoe kijkt u naar die discussie?
‘Die is eenzijdig, het gaat over de staat van de natuur. Ik ben de hele dag bezig met mijn grond en mijn gewassen, dat is ook natuur. Maar de discussie gaat over Natura2000 gebieden, waarvan sommige in slechte staat zijn. Maar naast stikstof zijn er méér oorzaken waardoor het niet goed gaat, zoals de droogte van de afgelopen jaren. Ik vind het merkwaardig dat boeren keihard aangepakt worden, terwijl de rest zijn gang kan gaan.’
Van de industrie en het verkeer wordt nu toch ook stikstofreductie verwacht?
‘Ja, maar in de provincie Zeeland komt 6 procent van de schepen, 62 procent uit het buitenland. Maar wij als Zeeuwse boeren moeten wél als eerste aan de slag!’
In Vlaanderen zijn er ook stikstofmaatregelen genomen, daar moeten boeren ook reduceren.
‘Van die maatregelen ben ik nog niet goed op de hoogte. Ik weet wél dat veel stikstof uit België komt.’
Waar ligt de oplossing?
‘BBB’ers zijn geen stikstofontkenners, maar wij vinden wel dat het anders moet. Wij geloven in innovatie, bijvoorbeeld de techniek die poep en plas in de stal onderscheidt, waardoor er minder ammoniak vrijkomt. Maar innovaties hebben tijd nodig. De overheid is te veel bezig met de kalender. Het landbouwministerie heeft bedacht dat als een boer voor 1 oktober de aardappelen van het land haalt, je een beloning krijgt. Maar dan houd je geen rekening met de natuur. April kende vooral natte weken, waardoor de aardappelen later de grond in konden. Dat betekent dat 1 oktober onhaalbaar is. Zeggen dat de stikstofreductie in 2030 gehaald moet zijn, is kalenderbeleid en dan houd je geen rekening met de natuur.’
Maar een doel geeft wel iets om naar toe te werken, toch?
‘Dat klopt, maar het moet wel reëel zijn. Niet gebaseerd op rekenmodellen en normen die in de praktijk niet werken, zoals KDW (norm van maximale stikstofneerslag die natuur kan verdragen, red).’
Voert u op stikstof ook het woord in de Provinciale Staten?
‘Nee, van de negen BBB’ers in de Provinciale Staten zijn er zeven boer. Afgelopen vrijdag hadden we de eerste vergadering, dat ging goed. Het is wel even wennen, maar ons team is leuk. Onze Statenleden hebben weinig politieke kennis, maar wel praktijkervaring. Die politieke kennis komt nog wel.’
Hoe weet u dat?
‘Wij zijn strijders, zeer gedreven en we hebben veel voor elkaar over. Niet alleen in Zeeland, ook in ontmoetingen met mensen uit andere provincies blijkt dat. Met BBB’ers heb ik altijd meteen een klik, we zijn gelijkgestemden.
Bron: Nederlands Dagblad
Aanmelden nieuwsbrief
Meld je vrijblijvend aan voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de ontwikkelingen van de Medisea.
Het verblijf en programma is naar eigen invulling.
Ben jij een medisch academicus/academica en heb je interesse om te wonen in Zeeland en te werken in de Zorg- en Welzijnssector? Bezoek één of meer werkgevers van jouw keuze in zorg en welzijn in Zeeland, verblijf één of twee nachten in een Zeeuws hotel en dineer in een restaurant naar wens. Uiteraard kan dit in een periode die jou uitkomt. En aangezien een oriëntatie meestal samen is, is je partner (of een andere introduceé) ook van harte welkom! Het verblijf en programma is naar eigen invulling. De kosten worden tot een maximum van € 300,- vergoed.